Stadswandeling Hoorn
Een reis door de Gouden Eeuw
Hoorn: stad van de Gouden Eeuw. Van de VOC, de scheepsjongens van Bontekoe en het kleine café aan de haven. Van oudsher was Hoorn een welvarende handelsstad en lange tijd vormde het het epicentrum van West-Friesland. Volgens de legende stond er al in de 8e eeuw een nederzetting op de plek waar nu Hoorn ligt; tegenwoordig wandel je hier langs idyllische haventjes, grachtjes en straatjes die de rijke geschiedenis tentoonstellen van deze bijzondere stad.
Gouden Eeuw
Hoorn had van oorsprong een gunstige ligging, vlakbij de Zuiderzee en aan het veenriviertje de Gouw. Toen het stadje in de veertiende eeuw stadsrechten kreeg, was Hoorn dan ook al uitgegroeid tot een welvarend handelscentrum. Het hoogtepunt van de Hoornse handel en welvaart kwam echter in de zeventiende eeuw. In de Gouden Eeuw groeide Hoorn uit tot de belangrijkste stad van het gebied boven Amsterdam.
VOC
Dankzij haar ligging aan het water was Hoorn uitstekend geschikt als basis voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Later kwamen daar ook de WIC, de Noordse Compagnie en de Admiraliteit bij. De invloed van Hoorn reikte tot ver over de zeven zeeën; zo kreeg het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika de naam ‘Kaap Hoorn’ van de Hoornse VOC-schippers die in 1616 langs het eilandje voeren.
Jan Pietersz. Coen
In 1587 werd in Hoorn Jan Pieterszoon Coen geboren. Hij zou later furore maken bij de VOC als gouverneur-generaal van Oost-Indië en stichtte daarbij de handelspost Batavia, wat later Jakarta in Indonesië zou worden. Coen was echter niet alleen maar geliefd; door zijn harde optreden binnen een handelsconflict met de nabijgelegen Banda-eilanden kreeg hij ook wel de bijnaam ‘de slachter van Banda’.
De scheepsjongens van Bontekoe
Een andere prominente VOC-er met wortels in Hoorn is schipper Willem IJsbrandtsz. Bontekoe. Hij schreef een inmiddels beroemd verslag van zijn reis naar Nederlands-Indië. Dat verslag werd nog beroemder toen schrijver Johan Fabricius het in 1924 verwerkte in zijn jeugdboek De scheepsjongens van Bontekoe. Het boek vertelt het verhaal van drie jongens die op het schip Nieuw Hoorn de barre zee trotseren op weg naar Sumatra.
De haven
Tegenwoordig is er nog veel te zien in Hoorn dat herinnert aan de tijd waarin de Hoornse havens barstten van het handelsleven. Aan de waterkant, uitkijkend over de voormalige Zuiderzee, ligt de Hoofdtoren, een verdedigingsbouwwerk uit de zestiende eeuw. Daarnaast ligt de oudste haven van Hoorn, die in 1778 afgesloten werd met een sluis. Straatnamen rondom de haven herinneren nog aan de producten die in de stad werden verhandeld; de Appelhaven, de Bierkade en de Vismarkt.
’t Kleine café aan de haven
In de Hoornse haven is bovendien ook een klassieker ontstaan. Iedereen kent de meezinger ’’t kleine café aan de haven’ wel. Pierre Kartner, beter bekend als Vader Abraham, schreef dit lied in 1975 nadat hij een middag in café ’t Schipperhuis in Hoorn had doorgebracht. Inmiddels is het lied wereldberoemd en in ruim 50 talen vertaald en ligt café ’t Schipperhuis nog steeds aan de Hoornse haven.
Westfries Museum
Aan de Roode Steen ligt het voormalig Statencollege, waar vroeger belangrijke bestuurlijke beslissingen werden gemaakt. In dit monumentale zeventiende-eeuwse pand is tegenwoordig het Westfries Museum gevestigd. Tijdens een bezoek aan dit museum wandel je door verschillende stijlkamers en leer je zo het verhaal van Hoorn in de Gouden Eeuw kennen.
De rijke en veelzijdige geschiedenis van Hoorn is overal in haar straatbeeld terug te vinden. Ontdek deze prachtige stad en maak een stadswandeling dwars door de Gouden Eeuw.